21-03-2024

Invoering van Boek 6 van het Nieuw Burgerlijk Wetboek: einde van de quasi-immuniteit van hulppersonen

Op 2 februari 2024 werd Boek 6 van het Nieuw Burgerlijk Wetboek aangenomen in de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Dit boek moderniseert het buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht door enerzijds de belangrijkste evoluties ontwikkeld in de rechtspraak en rechtsleer te codificeren en anderzijds door nieuwigheden in te voeren.

Een van de belangrijkste nieuwigheden situeert zich op het vlak van de aansprakelijkheid van “hulppersonen”, zoals bv. onderaannemers.

Een hulppersoon is een natuurlijke persoon of rechtspersoon die door de schuldenaar van een contractuele verbintenis (de hoofdaannemer), belast wordt met de gehele of gedeeltelijke uitvoering van deze verbintenis, ongeacht of hij deze verbintenis uitvoert voor eigen rekening en in eigen naam, dan wel voor rekening en in naam van de schuldenaar.

Typevoorbeelden van hulppersonen zijn werknemers, onderaannemers, bestuurders van vennootschappen, vertegenwoordigers, enzovoort.

Onder het huidige aansprakelijkheidsrecht genieten hulppersonen een sterke bescherming. Zij kunnen namelijk niet rechtstreeks contractueel worden aangesproken door de hoofdschuldeiser (de opdrachtgever van de hoofdaannemer) aangezien zij geen partij zijn bij de hoofdovereenkomst tussen de hoofschuldeiser (opdrachtgever) en de hoofdschuldenaar (hoofdaannemer).

Volgens de oude regels kan de hoofdschuldeiser (de opdrachtgever) de hulppersoon (de onderaannemer) dus enkel buitencontractueel aanspreken voor de schade die deze hem toebrengt bij de uitvoering van het contract en dit slechts onder dezelfde voorwaarden als hij de hoofschuldenaar buitencontractueel kan aanspreken.

Het Hof van Cassatie heeft namelijk geoordeeld dat een hulppersoon - die (een deel van) de verbintenissen van de hoofdschuldenaar uitvoert - ten aanzien van de uitvoering van het hoofdcontract en ten opzichte van de hoofschuldeiser geen derde is. De hulppersoon is namelijk betrokken bij de uitvoering van het hoofdcontract waardoor hij gezien wordt als een “betrokken” derde.

Tot op vandaag bestaat er een principieel verbod van samenloop tussen contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid. Een benadeelde hoofdschuldeiser kan zich ten aanzien van de hoofdschuldenaar niet beroepen op de buitencontractuele aansprakelijkheid, tenzij de contractuele wanprestatie ook een misdrijf uitmaakt of indien de hem ten verweten fout een tekortkoming uitmaakt niet alleen aan de contractuele verbintenis maar ook aan de algemene zorgvuldigheidsplicht, die leidt tot andere schade dan schade die louter het gevolg is van de gebrekkige uitvoering van het contract.

Zo kan ook de hulppersoon aldus enkel in voormelde uitzonderlijke gevallen buitencontractueel aansprakelijk worden gesteld. Als gevolg hiervan spreekt men van de “quasi-immuniteit” van de hulppersoon.

Deze regeling is niet zonder kritiek gebleven, aangezien het aanleiding kan geven tot zeer onbillijke situaties voor de hoofdschuldeiser. Denk maar aan de situatie waarbij een vordering tegen de hoofdschuldenaar geen nuttig resultaat oplevert omdat deze laatste failliet werd verklaard of zich kan beroepen op een clausule in het contract dat zijn aansprakelijkheid afwijst, waardoor de hoofschuldeiser met lege handen achter blijft.

Met het nieuwe Boek 6 wordt afstand genomen van de rechtspraak van het Hof van Cassatie inzake het samenloopverbod zodat ook de quasi-immuniteit van de hulppersoon komt te vervallen.

Een hoofdschuldeiser zal voortaan de hulppersoon rechtstreeks buitencontractueel kunnen aanspreken voor tekortkomingen aan de algemene zorgvuldigheidsnorm en zal aldus kunnen kiezen tussen een contractuele vordering ten aanzien van haar hoofdschuldenaar of een buitencontractuele vordering ten aanzien van de hulppersoon.

Voor bestuurders van een vennootschap impliceert de inwerkingtreding van Boek 6 dat zij bovenop de gronden voor bestuurdersaansprakelijkheid ook rechtstreeks buitencontractueel kunnen worden aangesproken door contractspartijen van de bestuurde vennootschap.

Om het contractueel evenwicht te bewaren, heeft de wetgever voorzien dat de hulppersoon tegen de benadeelde hoofdschuldeiser dezelfde verweermiddelen zal kunnen inroepen die de hoofschuldenaar op basis van het hoofdcontract of krachtens de wet kan inroepen én die hij zelf tegen zijn medecontractant (de hoofdschuldenaar) kan inroepen. Hierbij kan worden gedacht aan clausules die de aansprakelijkheid ten aanzien van de hoofdschuldeiser beperken, verjaringsexcepties, enzovoort.

Bovendien zijn de bepalingen van Boek 6 in principe van aanvullend recht, zodat partijen er contractueel van kunnen afwijken.

Het is bijgevolg mogelijk en aan te raden dat er contractuele beschermingsmechanismen voor de hulppersoon worden ingevoerd in de contracten die deze laatste afsluit met zijn opdrachtgever. Zo is het mogelijk dat de hulppersoon in zijn algemene voorwaarden en/of contract met zijn opdrachtgever (hoofaannemer) bedingt dat hij niet kan aangesproken worden door de hoofdschuldeiser.

De inwerkingtreding van de nieuwe regels is voorzien op 1 januari 2025. Feiten die tot aansprakelijkheid kunnen leiden vanaf de datum van inwerkingtreding vallen onder toepassing van de nieuwe regelgeving. Momenteel is het nog niet duidelijk of de nieuwe regels hierdoor ook van toepassing zullen zijn op contracten die werden gesloten voor de inwerkingtreding, maar waar het schadegeval is ontstaan na inwerkingtreding van de wet.

Wij volgen dit uiteraard verder op.

Heeft u verdere vragen of wenst u meer informatie? Contacteer dan één van onze specialisten.

Ondanks alle zorg die besteed is aan het opstellen van deze tekst, blijven onvolkomenheden mogelijk en kan de informatie hierin intussen achterhaald zijn door recente wetswijzigingen. De inhoud van deze nieuwsbrief is louter informatief en kan niet worden beschouwd als een volwaardig juridisch advies. Crowe Spark Legal en de auteurs van deze nieuwsbrief kunnen dan ook niet aansprakelijk gesteld worden voor de juridische volledigheid van onze nieuwsbrieven. Voor concrete vragen of informatie aangepast aan uw persoonlijke situatie kunt u uiteraard ons kantoor bereiken.

Benieuwd naar onze unieke aanpak?