03-10-2023

Is uw debiteurenbeheer nog wel up to date? Nieuwe verplichtingen bij de invordering van schulden van een consument

Op 24 mei 2023 werd het nieuwe Boek XIX van het Wetboek Economisch Recht (hierna: WER) geïntroduceerd. Boek XIX WER regelt de minnelijke invordering van schulden bij betalingsachterstand van consumenten en legt enkele bijkomende verplichtingen op in hoofde van de schuldeiser. De regels zijn van toepassing op nieuwe overeenkomsten en nieuwe schulden vanaf 1 september 2023 en op alle invorderingen vanaf 1 december 2023.

Wij sommen deze nieuwigheden hieronder graag even voor u op.

  1. De eerste betalingsherinnering is gratis.

Voortaan moet uw onderneming een kosteloze eerste herinnering van de niet-betaalde schuld versturen zonder hier al nalatigheidsinteresten en/of een schadevergoeding te vorderen. De eerste herinnering moet altijd melding maken of er mogelijks bijkomende kosten aangerekend zullen worden in geval van laattijdige betaling.

Pas na het doorlopen van een wachttermijn van veertien (14) kalenderdagen na het versturen van deze gratis eerste herinnering, zal uw onderneming nalatigheidsinteresten en/of een schadevergoeding kunnen aanrekenen. In deze eerste gratis betalingsherinnering dient u zich aldus te beperken tot de inning van de openstaande hoofdsom.

  1. Er worden een aantal wettelijke plafonds ingevoerd:

2.1. Zo moet een schadevergoeding voor de aanvang van de overeenkomst tussen uw onderneming en de consument uitdrukkelijk zijn bepaald en is deze als volgt geplafonneerd:

  • in geval van een invordering van een schuld tot 150 euro, kan de schadevergoeding maximum 20 euro zijn;
  • in geval van een invordering van een openstaand saldo tussen de 150,01 euro en 500,00 euro, kan de schadevergoeding maximum 30,00 euro vermeerderd met 10% van het verschuldigde bedrag op de schijf tussen 150,01 euro en 500,00 euro,
  • in geval van een invordering van schulden boven 500,01 euro, kan de schadevergoeding 65,00 euro vermeerderd met 5% van het verschuldigde bedrag op de schijf boven 500,00 euro bedragen met een maximum van 2.000,00 euro.

Schadebedingen die deze maxima overschrijden, kunnen niet van de consument worden gevorderd. Deze plafonnering van de schadevergoedingen geldt voor elk schadebeding, ongeacht of er slechts één beding is dan wel een combinatie van bedingen die voorzien in sanctie(s) in geval van een betalingsachterstand. Contractuele bepalingen die schadevergoedingen bevatten die niet overeenstemmen met het voorgaande zijn verboden en worden als niet geschreven beschouwd.

2.2. De contractueel vastgelegde nalatigheidsinteresten mogen niet hoger zijn dan de intrestvoet zoals bepaald in de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties. Voor het tweede semester van 2023 bedraagt dit percentage 12 %.

2.3. De kosten van een bijkomende herinnering mogen het bedrag van 7,50 euro, vermeerderd met de op het ogenblik van de verzending geldende portokosten, niet overschrijden.

  1. De wet geeft daarnaast een verdere omkadering aan de activiteit van de minnelijke invordering van schulden.

Zo worden ondernemingen die worden gelast met de invordering van onbetaalde schulden (zoals gerechtsdeurwaarders, advocaten en incassobureaus) verplicht om de “wettigheid” van de gevorderde schadevergoedingen te controleren alvorens zij een handeling of procedure inzake minnelijke invordering aanvatten. De consument kan bijvoorbeeld niet in gebreke worden gesteld wanneer een gerechtsdeurwaarder vaststelt dat de gevorderde betalingen niet in overeenstemming zijn met de wettelijk vastgelegde plafonds zoals hierboven aangehaald.

Daarnaast is iemand die de schuld bij de consument tracht te innen, met name een gerechtsdeurwaarder, een advocaat of een incassobureau, verplicht om de consument actief te informeren:

  • over zijn recht om alle stukken ter verantwoording van zijn schuld te bekomen;
  • om betalingsfaciliteiten aan te vragen;
  • over de procedure die moet worden gevolgd in geval van betwisting van de schuld.

In geval dat de consument zijn schuld betwist, schort dit de minnelijke invorderingsprocedure op en krijgt de schuldinvorderaar een termijn van dertig (30) kalenderdagen om een beslissing te nemen om al dan niet te dagvaarden. Doet de schuldinvorderaar hier langer dan dertig (30) kalenderdagen over, dan stoppen de nalatigheidsinteresten gedurende deze termijn met lopen en kunnen deze niet worden aangerekend tot wanneer de beslissing om te dagvaarden genomen is.

Wanneer er een afbetalingsregeling wordt overeengekomen, moet de consument minstens éénmaal per jaar een overzicht van haar betalingen en het nog verschuldigde saldo ontvangen. Wanneer de schuld volledig is voldaan, moet de consument hiervan op de hoogte worden gesteld. Kortom, iedere afspraak die gemaakt wordt omtrent de betaling van een schuld, moet bevestigd worden aan de consument.

De schuldinvorderaar mag bovendien van de consument geen afzonderlijke vergoeding voor zijn tussenkomst vragen. Merkt u dat na het lezen van het voorgaande, uw ontwerp van aanmaningen, ingebrekestellingen en/of algemene voorwaarden een update vereisen? Aarzel dan niet om contact op te nemen met onze specialisten.

Ondanks alle zorg die besteed is aan het opstellen van deze tekst, blijven onvolkomenheden mogelijk en kan de informatie hierin intussen achterhaald zijn door recente wetswijzigingen. De inhoud van deze nieuwsbrief is louter informatief en kan niet worden beschouwd als een volwaardig juridisch advies. Crowe Spark Legal en de auteurs van deze nieuwsbrief kunnen dan ook niet aansprakelijk gesteld worden voor de juridische volledigheid van onze nieuwsbrieven. Voor concrete vragen of informatie aangepast aan uw persoonlijke situatie kunt u uiteraard ons kantoor bereiken.

Benieuwd naar onze unieke aanpak?